Reuma | Reumatoïde Artritis (RA)

AZ Oudenaarde - België
reumatologie

ruth.reychler@pandora.be
+3255336111

 


Diagnose en behandeling volgens het type aandoening

vroege vorm

gevorderde vorm

  • Komt wereldwijd voor bij 0.2 tot 5.3% van de bevolking.
  • Vooral vrouwen, meer vanaf 45 jaar.
  • Hoe vroeger ontdekt, hoe meer kans om de ziekte te overwinnen zonder veel restletsels.

Kenmerken:

  • nachtelijke pijn en ochtendstijfheid
  • zwelling van meerdere gewrichten (polsen, metacarpofalangiale en proximale interfalangiale gewrichten), vaak symmetrisch
  • distale interfalangiale gewrichten blijven gespaard
  • soms peesrupturen met instabiliteit van gewrichten
  • soms aantasting van andere organen zoals de longen
  • matige tot ernstige reumatoïde artritis vertoont een gestegen sedimentatie en CRP
  • soms positieve reumatoïde factor en/of aCCP : een negatieve reumatoïde factor (RF) en anti-CCP sluiten reumatoïde artritis niet uit; slechts 70-80% van de RA-patiënten hebben een positieve RF, wat betekent dat 20-30% een negatieve RF heeft. Anderzijds heeft 5-10% van de globale bevolking een positieve RF zonder dat zij ooit RA ontwikkelen. Anti-CCP antilichamen zijn specifieker voor RA (95 tot 98 %), vooral bij hogere titers.
  • radiografisch erosies (destructie bot) vooral in polsen, handen en voeten

Criteria :

Via de 2010 ACR/EULAR classificatie criteria wordt de diagnose gesteld. Deze combineert de aanwezigheid van synovitis, positieve serologie (RF en/of anti-CCP), inflammatoire parameters en duur van de symptomen.

Reumatoïde artritis is aanwezig indien :
- er synovitis is ter hoogte van minstens één gewricht.
- er een totaalscore van minstens 6 punten (maximaal 10) is van de individuele scores in vier domeinen
Deze domeinen en hun waarden zijn :

  • Aantal en lokalisatie van de gewrichten
    • 2 tot 10 grote gewrichten (schouders, ellebogen, heupen, knieën, enkels) = 1 punt
    • 1 tot 3 kleine gewrichten (metacarpofalangeaal, proximal interfalangeaal, metatarsofalangeaal II tot V, duim interfalangeaal en polsen) = 2 punten
    • 4 tot 10 kleine gewrichten = 3 punten
    • > 10 gewrichten (minstens 1 klein gewricht) = 5 punten
    • Serologische aanwezigheid van RA-factor of anti-CCP: laag positief (boven bovenste normale grens) = 2 punten; hoog positief (meer dan 3x boven bovenste normale grens) = 3 punten
  • Gestegen sedimentatiesnelheid of CRP = 1 punt
  • Symptomen sinds minstens 6 weken = 1 punt

Behandeling :

>>> Hoe vlugger behandeld, hoe beter de prognose !

Niet steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen(NSAIG)
Zuivere pijnstillers zoals paracetamol
Corticoïden: lage dosis bij opstoten, IA bij acute artritis
Soms chirurgische ingrepen

Basistherapie zo snel mogelijk starten om gewrichtsdestructie tegen te gaan.

Een patiënt zonder duidelijke letsels (vroege vorm) kunnen we een handicap besparen door binnen de eerste maanden of zelfs binnen de eerste 6 weken (indien ernstig) te behandelen. Er wordt niet meer gewacht op het ontstaan van typische radiografische erosies wijzend op botdestructie : voorkomen van sequelen is het motto.

Elke soort basistherapie heeft zijn nevenwerkingen : frequente labo-controles.

Sommige soorten werken sneller, andere trager : evaluatie van de medicatie na 3 maand.

De keuze van de basismedicatie is afhankelijk van de betrouwbaarheid van de patiënt, van de ernst van de aandoening, van de mogelijkheid op zwangerschap en vooraf bestaande aandoeningen.
Soms worden vele basismedicaties niet verdragen, of werken ze onvoldoende. Gelukkig hebben we intussen meer mogelijkheden door nieuwe moleculen met verschillende soorten werkingsmechanismen zodat normalerwijze er geen zware gevallen meer hoeven te zijn, tenminste wanneer de patiënt vroeg genoeg bij de reumatoloog komt, hij regelmatig zijn medicatie neemt en hij de voorgestelde onderzoeken goed opvolgt met directe controle door de reumatoloog.

Basistherapieën in gebruik met enkele kenmerken :

  • methotrexaat (MTX) (Ledertrexate, Emthexate, Metoject) per os, s.c. of i.m. - vlugge werking - stomatitis, pneumonitis, leverstoornissen - contra-indicatie : zwangerschap bij man en vrouw en bij borstvoeding - stop 1 week voor een ingreep met infectiegevaar
  • sulphasalazine (Salazopyrine) in milde gevallen - leucopenie, leverstoornissen
  • azathioprine (Imuran) hepatitis
  • hydroxychloroquine (Plaquenil) in milde gevallen - opgelet voor oogtoxiciteit
  • d-penicillamine (uit de handel)
  • goudzouten IM (uit de handel) mergtoxiciteit, proteïnurie, huiduitslag
  • auranofine (Ridaura) (uit de handel)
  • leflunomide (Arava, Leflunomide) hepatitis, huidallergie, diarree
  • ciclosporine A (Neoral-Sandimmun) AHT, renale toxiciteit
  • "Biologicals"
    antecedenten van tuberculose of actieve tuberculose dienen te worden uitgesloten, vooraf aangepakt en voor opflakkeringen beschermd tijdens de therapie
    • anti-TNF-α:
      • adalimumab (Amgevita, Hulio, Humira, Hyrimoz, Imraldi, Idacio, Yuflyma) s.c.
      • certolizumab (Cimzia) s.c.
      • etanercept (Benepali, Enbrel, Erelzi, Nepexto) s.c.
      • golimumab (Simponi) s.c.
      • infliximab (Flixabi, Inflectra, Remicade, Remsima, Zessly) i.v.
    • ant-IL 6
      • tocilizumab (RoActemra) i.v. en s.c.
      • sarilumab (Kevzara) s.c. (receptor)
    • rituximab (Mabthhera, Truxima, Rixathion, Ruxience) i.v. (daghospitalisatie)
    • abatacept (Orencia) i.v. of s.c.
  • JAK-remmers (selectieve immunosuppressiva, proteïnekinasen)
    antecedenten van tuberculose of actieve tuberculose dienen te worden uitgesloten, vooraf aangepakt en voor opflakkeringen beschermd tijdens de therapie
    • baricitinib (Olumiant) p.o.
    • filgotinib (Jyseleca) p.o.
    • tofacitinib (Xeljanz) p.o.
    • upadacinitib (Rinvoq) p.o.

Terug